fbpx

Dossier: De reconstructie van Warschau

Dossier: De reconstructie van Warschau

De Tweede Wereldoorlog neemt een belangrijke plaats in, in de geschiedenis in Polen en een belangrijk ijkpunt daarin is de Opstand van Warschau. Na de oorlog bleef een verwoest Warschau achter. Als u nu in de oude stad rondloopt is dat moeilijk voor te stellen. In dit dossier leest u hoe na de oorlog een plannen vorm kregen om Warschau opnieuw in te richten waarbij stadsarchitect hand in hand ging met het socialistische gedachtegoed maar ook hoe ze teruggrepen op plannen uit de jaren voor de oorlog.

Verwoest Warschau: Ga naar de galerij en vergelijk dit met de bebouwde binnenstad

Onderstaande tekst is oorspronkelijk geschreven door Rick Bleumink in 2013 in het kader van zijn studie aan de VU in 2013 (zie zijn LinkedIn profiel).

Om inbreuk op beeldrechten te voorkomen hebben we de door Rick gebruikte afbeeldingen uit het stuk verwijderd of zelf vervangende opgenomen met bronvermelding. Voor de online leesbaarheid hebben we wat extra kopjes ingevoegd. Verder is de tekst ongemoeid gelaten sinds 2013. De cijfers tussen haakjes zijn de door Rick gebruikte bronverwijzingen die u aan het einde van de tekst kan terugvinden.

Na het lezen zin om zelf Warschau te bezoeken. KLM vliegt meerdere keren per dan rechtstreeks van Amsterdam naar Warschau.

De reconstructie van Warschau

Wederopbouwplannen in de periode 1944-1960

Rick Bleumink, 2013

In de Tweede Wereldoorlog is er van de stad Warschau weinig overgebleven; tachtig procent is door de Nazi's vernietigd. Het zogeheten 'Vernichtungskommando' had als opdracht om systematisch huizen en monumenten te vernietigen met behulp van bommen, dynamiet en door het stichten van brand met als doel de Poolse cultuur en historie te wissen.(1) De Poolse reactie na de oorlog daarop was zo snel mogelijk grote delen van de stad weer op te bouwen of te reconstrueren. Die wederopbouwplannen werden, tot 1949, gebracht door het Bureau voor de Wederopbouw van de Hoofdstad, het BOS (Biuro Odbudowy Stolicy).(2)

Al voor de oorlog werden er plannen gemaakt voor een nieuwe stad. Die plannen konden echter niet doorgaan, vanwege de dichte bebouwing van de toenmalige stad. Na de oorlog was er vanwege de grootschalige verwoestingen ruimte voor het ideeëngoed over de stad uit de jaren dertig, wat terug te zien is in de plannen van het BOS. Om het stadsbeeld van de jaren veertig en vijftig te begrijpen, moet er daarom eerst naar de jaren dertig gekeken worden. Ik richt me op deze decennia in dit essay met de volgende vraagstelling: welke programma's van eisen werden er in de periode 1944-1960 aan de wederopbouw van Warschau gesteld en welk stadsbeeld hoorde daarbij?

1. De functionele stad

De eerste plannen voor het nieuwe Warschau zijn niet naoorlogs, maar stammen uit de jaren dertig en het begin van de jaren veertig. Destijds behoorden Poolse architecten en ontwerpers tot de meest actieve groep binnen CIAM, het platform voor modernistische denkers. Welke wederopbouwplannen zijn voor het einde van de oorlog ontworpen en welk stadsbeeld blijkt uit die plannen?

Functioneel Warschau

Onder de modernistische Poolse architecten waren Syrkus en Chmielewski, die in 1934 een abstract plan voor Warschau maakten: Functioneel Warschau (Warszawy Funkcjonalna).(3)

'Functioneel Warschau', 1934, J. Chmielewski en S. Syrkus
bron NAI

Het plan bevatte lineaire bundels van infrastructuur rondom de stad, knooppunten in de infrastructuur voor toekomstige subcentra en een strikte scheiding van functies. Het plan kon niet uitgevoerd worden, omdat de binnenstad van Warschau in de jaren dertig dichtbebouwd was en percelen privé-eigendom waren.(4)

In de eerste oorlogsjaren bleven de architecten Syrkus en Chmielewski niet stilzitten en werkten ze door aan het plan voor een nieuw Warschau, wat ze onderbouwden met omvangrijke onderzoeken. In 1941 maakte Chmielewski een plan voor een stadslandschap wat ingedeeld is naar functies, het Stadslandschap Warschau (WZM). Het plan werd een inspiratiebron voor de functionele stad en bevatte een drastische aanpak van Warschau: de stad zou een moderne 'city' krijgen met een doorlopende groenzone aan de voet van de hoge westoever van de rivier de Wisla (de Skarpa) en met een krans van woonwijken, die langs de knooppunten in de infrastructuur zouden komen en door middel van groen gescheiden van elkaar zouden zijn. In elke woonwijk zouden gemeenschappelijke voorzieningen komen, zoals scholen en winkels. De historische binnenstad, de Stare Miasto, kreeg amper aandacht in de ontwerpen van de architecten.(5)

Ook buiten Polen worden plannen gesmeed

Ook in het buitenland werkten verschillende Poolse architecten aan wederopbouwplannen. Zo werd in 1942 in Liverpool de Poolse School van de Architectuur opgericht, met in het beginjaar elf studenten en tegen het einde van de oorlog bijna negentig studenten.(6) Onder hen waren gevluchte Poolse architecten en ontwerpers, zoals Jankowski, die na de oorlog terugkeerde naar Warschau om daar voor het BOS te gaan werken. Een ander was Sterling die in 1945 een modernistisch plan voor Warschau schetste; hij wilde totaal nieuwe gebouwen ontwerpen, die geenszins op de oude zouden lijken. Hij hield wel rekening met de Stare Miasto, met het Middeleeuwse stratenpatroon en de ligging en de schaal van de gebouwen. Maar het werden wel nieuwe, moderne gebouwen.(7)

Geen hindernissen meer voor de plannen

In 1945 werden de verschillende wederopbouwplannen, die in de jaren dertig en veertig ontworpen zijn, ingediend bij het BOS. De hindernissen van de vooroorlogse plannen waren komen te vervallen, vanwege de verwoestingen in de stad en het besluit tot het onteigenen van grond op 5 oktober 1945.(8) Het vooroorlogse stadsbeeld van Warschau was de functionele stad: een stad met aandacht voor de infrastructuur en met een scheiding van functies. Dit resulteerde in plannen die Warschau 'moderner' zouden maken met ruimte voor woonwijken met gemeenschappelijke functies.

2. De moderne stad

Vanwege de enorme verwoestingen in Warschau bestond kort de gedachte of de stad wel opgebouwd zou moeten worden, maar de provisorische regering van Polen besloot al op 3 januari 1945, slechts een paar dagen na de oprichting van de regering, dat Warschau weer opgebouwd zou worden.

Herbouw als symbool

President Bierut stelde dat de wederopbouw van Warschau gelijk staat aan de wederopbouw van het hele land(9). Om te laten zien dat de Poolse cultuur niet te vernietigen is, werd besloten zo snel mogelijk te beginnen met de wederopbouw. Welke wederopbouwplannen zijn kort na de oorlog ontworpen en welk stadsbeeld hoorde daarbij?

Oprichting BOS

Al op 14 januari vertrok een drietal architecten naar Warschau om zich daar bezig te houden met de wederopbouw in een pand in de stad met slechts vijftigduizend Zloty als startgeld. Zij richtten het BOS op met Piotrowski als hoofd van de organisatie en met Chmielewski, Skibniewski en Dziewulski als leiding van de stedebouwafdeling(10). Allen architecten die in de jaren dertig actief waren op het gebied van stedebouw voor de nieuwe stad. Zij volgden de Charta van Athene uit 1931, waarin experts op het gebied van conserveren gesteld hebben tegen volledige reconstructie te zijn en origineel materiaal te respecteren(11). In de praktijk kwam het erop neer dat vooroorlogse ‘foutjes’ gecorrigeerd mochten worden in de reconstructie(12).

Plan voor de wederopbouw

Nadat in 1945 verschillende wederopbouwplannen ingeleverd waren, presenteerde het BOS in september 1946 het ‘Plan voor de wederopbouw van Warschau’. Het idee achter het plan was dat de groei van Warschau in goede banen geleid moest worden. De vooroorlogse stad was te krap en te klein volgens het BOS en daarom moest de stad breder opgezet en groter worden. Er moesten genoeg arbeiderswoningen gebouwd worden, aangezien een eis van de Partij was dat Warschau een arbeidersstad zou worden(13).

Chmielewski lichtte het plan toe door te stellen dat de compacte, oude stad ingeruild zou worden voor de opengelegde stad. In het plan zouden de stadsdelen volgens bepaalde functies ingedeeld worden, door middel van groen van elkaar gescheiden worden en een maximum aantal inwoners krijgen (maximaal 50.000, Warschau in totaal 800.000). Er zou een lineair bandensysteem (de 'band van de arbeid') komen, wat inhoudt dat ten westen en ten oosten van de stad wegen zouden komen voor vrachtverkeer, grenzend aan de industriegebieden aan weerszijden, zodat alleen personenverkeer de stad zou doorkruisen. Daarnaast zou een sneltram van noord naar zuid gaan rijden. (14)

Wederom kreeg de Stare Miasto geen aandacht in het plan, maar het BOS besloot al snel dat ze geen nieuwe stad moest bouwen, maar een bestaande moest ombouwen. Er moest ruimte zijn voor de monumenten. (15)

Geen steun van Stalin

Terwijl in april 1945 bevestigd werd dat Oekraïne, Wit-Rusland en Litouwen vijftig procent van de wederopbouwkosten van Warschau op zich zouden nemen, kwam Stalin zijn belofte in 1947 niet na.(16) Dat betekende dat het BOS haar plan moest wijzigen en rekening moest houden met de economische situatie.

In 1948 werd daarom het nieuwe plan gepresenteerd onder de naam Groot-Warschau (Wielka Warszawa). Het leek erg op de voorgaande plannen, maar verschilt op enkele belangrijke punten: de nadruk op de noord-zuidrichting werd verlaten, het maximum voor het inwonertal van de stad werd verhoogd naar twee miljoen zodat er genoeg arbeiders zouden kunnen wonen voor het industriecentrum, de woonruimte per persoon werd minder (tot twaalf vierkante meter), het verkeer werd boven de Skarpa gesteld, in het centrum moesten hoogbouwflats wijken voor een blokstructuur en groenzones werden sterk gereduceerd.(17)

De wederopbouwplannen van het BOS, 'Plan voor de Wederopbouw van Warschau' uit 1946 en 'Groot-Warschau' uit 1948, hadden beide als stadsbeeld om de oude, te krappe stad te transformeren naar een moderne, functionalistisch stad. Door de stad open te breken, een groot infrastructuurnetwerk rondom de stad aan te leggen en industrie- en woonwijken aan te leggen, werd gepoogd een stad te realiseren met idealen uit de jaren dertig.

Door ruimte te geven aan industriewijken aan weerszijden van de stad met een 'band van de arbeid' en door ervoor te zorgen dat de woonwijken met het centrum en de industrie verbonden raakten door middel van de infrastructuur en de sneltram, kon Warschau uitgroeien tot een moderne arbeidersstad. Op deze manier konden de architecten en ontwerpers van het BOS aan de eis van de Partij voldoen om van Warschau een arbeidersstad te maken.

3. De socialistische stad

Toen in 1949 de op Moskou georiënteerde Poolse Arbeiderspartij (PPR) de macht overnam, werden de wederopbouwplannen inclusief het orgaan het BOS van tafel geveegd. De nieuwe machthebbers stelden niet de kosmopolitische, moderne stad van de architecten van het BOS voorop, maar de monumentale, socialistische stad.(18) Welke wederopbouwplannen zijn vanaf 1949 ontworpen en met welk stadsbeeld?

Het Zesjarenplan

Een staatscommissie nam de taken van het BOS over en presenteerde in 1949 het Zesjarenplan (1949-1955) voor Warschau. Het plan omvatte de reconstructie van alle historische gebouwen in de Stare Miasto en de 'Royal Route', maar ook het bouwen van nieuwe delen. Het doel was niet om een nieuwe, socialistische stad te bouwen, maar om de bestaande stad te herontwikkelen.(19)

Het herontwikkelen van Warschau hield enerzijds in dat een modernisatieproces in gang gezet zou worden (met veel wit beton, staal en glas) en anderzijds dat de geschiedenis geherdefinieerd moest worden. Laatstgenoemde hield in dat de stad haar 'donkere verleden' van de negentiende eeuw achter zich moest laten. Alleen gebouwen van na 1850 mochten gereconstrueerd worden, omdat de beleidmakers een eind wilden aan het beeld van de oude stad met haar nauwe straatjes en hoge bevolkingsdichtheid.(20) In dat opzicht hadden ze hetzelfde stadsbeeld als de architecten van het BOS, die de stad ook open wilden breken.

De bevolkingsdichtheid was voor de oorlog zo hoog dat er in sommige gevallen besloten is om hele huizenblokken niet te herbouwen en er groenstroken voor in de plaats aan te brengen. Warschau moest lucht en ruimte krijgen vergeleken met de vooroorlogse stad.(21) In het Zesjarenplan was ook bepaald dat wooncomplexen maxima kregen, van 5000 tot 15.000 inwoners per complex. Het socialistische idee achter het wooncomplex was dat er geen sociaal verschil zou zijn: alle soort arbeiders woonden naast elkaar, gebruikten dezelfde diensten en leefden in hetzelfde groen. Er was geen verschil meer tussen rijken die in de stad en armen die erbuiten leefden, want iedereen woonde in de woonwijken en werkte in de stad. Dat betekent dat het Zesjarenplan niet alleen fysieke reconstructies inhield, maar ook een sociale reconstructie.(22)

Alhoewel besloten was dat alleen architectuur van na 1850 gereconstrueerd mocht worden, werden de oudere gebouwen in de Stare Miasto ook herbouwd, naar voorstel van Stalin om de Polen tegemoet te komen.(23) In 1956 werden de herstelwerkzaamheden aan het Koninklijk Kasteel echter gestaakt, omdat de Partij geen ideologische reden zag achter de wederopbouw van het gebouw. Tussen 1963 en 1964 is zelfs een resterend element van een achttiende eeuwse vleugel gesloopt. Na opstanden van de Poolse Arbeidersvereniging in Gdansk in december 1970 voor het behoud van cultuur, besloot de Partij toch om het Kasteel in Warschau te herbouwen. Een in het leven geroepen commissie, de OKOZK met de prominente figuren Lorentz en Zachwatowicz, moest vervolgens wel aantonen dat het Kasteel van culturele waarde was en in de toekomst nog belangrijk zou zijn voor de hele natie. De conclusie van de commissie in 1971 hield in dat het Kasteel een cultuurmonument is en voor nationale eenheid staat. De reconstructie, en daarmee de volledige wederopbouw van Warschau, werd afgerond in 1974.(24)

Het laatste onderdeel van het Zesjarenplan was het krijgen van het Paleis van Cultuur en Wetenschap (Palac Kultury i Nauki), ook wel het Cultuurpaleis. Op 5 april 1952 is de 'gift' van Stalin op papier vastgelegd tussen Polen en de Sovjet-Unie. Het Paleis, met als hoofdarchitect Lev Rudnev, is in een enorm tempo gebouwd midden in de nieuwe stad; op 22 juli 1955 is het gebouw geopend, terwijl de hele omgeving nog in het oorlogspuin lag.

Bouw van het Cultuurpaleis (1954) bron wikipedia

Het was een uiting van de technische kunde van de Sovjets en bevatte een zwembad, een gymnasium, theaters, een bioscoop, een technisch museum en verschillende tentoonstellingsruimten.(25) Het gebouw was een directe verwijzing naar Moskou en de macht van de Sovjets, omdat het sterk lijkt op zeven wolkenkrabbers in Moskou en op het nooit gerealiseerde Paleis van de Sovjets.(26) De 'gift', volledig in de socialistisch realistische stijl van de Sovjets, was een uiting van macht van de Sovjets en liet de directe aanwezigheid van de macht van de Sovjet-Unie zien. Het Paleis was (en is) om die reden niet erg geliefd bij de bewoners van Warschau.(27)

Brede wegen en het Cultuurpaleis in de Functionele stad bron wikipedia

Met het Zesjarenplan in 1949 werden de wederopbouwplannen van het BOS van tafel geveegd, maar niet alle ideeën uit de jaren dertig en veertig werden weggegooid. Het idee van de scheiding der functies werd overgenomen, evenals het stadsbeeld dat het nieuwe Warschau een breuk moest vormen met de oude, kleine stad met haar bevolkingsdichtheid.

In het Zesjarenplan werd ook aandacht geschonken voor het feit dat de stad opengebroken moet worden; lucht en ruimte waren ook volgens de staatscommissie belangrijk. Het stadsbeeld vanaf 1949 lijkt sterk op de stadsbeelden van het BOS. Gebouwen na 1850 waren het reconstrueren niet waard, al werden er uitzonderingen gemaakt voor de Stare Miasto en de 'Royal Route'. Daarnaast bevatte de socialistische stad een sociale reconstructie; wooncomplexen werden een sociale mix. Tot slot maakten de Sovjets hun aanwezigheid bekend met het Cultuurpaleis in 1955, wat een directe verwijzing was naar Moskou en haar macht over Polen.

Conclusie

Terwijl de Nazi's in de Tweede Oorlog bijna heel Warschau verwoestten, waren er al verschillende architecten en ontwerpers jarenlang bezig met het ontwerpen van een nieuwe stad. Om inzicht te krijgen in de naoorlogse wederopbouwplannen is het om die reden belangrijk eerst naar de vooroorlogse plannen en de bijbehorende stadsbeelden te kijken. Met die kennis kan de vraagstelling beantwoord worden, die luidde: welke programma's van eisen werden in de periode 1944-1960 aan de wederopbouw van Warschau gesteld en welk stadsbeeld hoorde daarbij?

De vooroorlogse plannen en ideeën waren voorlopers van latere, naoorlogse plannen. Het eerste plan voor een nieuwe stad, Functioneel Warschau, stamt uit 1934 en hield in dat de stad lineaire bundels voor de infrastructuur, knooppunten voor toekomstige subcentra en een scheiding der functies zou krijgen. De invloed van CIAM, het modernistische platform, was duidelijk te merken op het plan. Het vervolg op Functioneel Warschau was Stadslandschap Warschau (WZM) van Chmielewski. In dit ontwerp, van dezelfde architect, stonden een moderne city, een doorlopende groenzone bij de Wisla (de Skarpa) en een krans van woonwijken centraal. Ook in het buitenland waren Polen bezig met wederopbouwplannen tijdens de oorlog, zoals Jankowski en Sterling in Engeland. Ook zij maakten modernistische plannen voor het nieuwe Warschau. Het vooroorlogse stadsbeeld was een scheiding der functies en een breuk met de oude stad met haar nauwe straatjes.

Na de oorlog werd het Bureau voor de Wederopbouw voor de Hoofdstad (BOS) opgericht met als doel de bestaande stad om te bouwen. Er werd snel begonnen aan de herstelwerkzaamheden als reactie op de grootschalige verwoestingen. In 1946 presenteerde het BOS het 'Plan voor de Wederopbouw van Warschau', waarin verschillende vooroorlogse ideeën terugkwamen. Zo was er wederom sprake van een scheiding der functies met groen tussen de woonwijken en een 'band van de arbeid' (welke de industrie verbond met de woonwijken en met de snelweg). In het plan kreeg Warschau een maximumaantal inwoners toegewezen, namelijk 800.000. In het plan was weinig aandacht voor de historische binnenstad, de Stare Miasto. Een economische tegenslag van Stalin dwong het BOS om een nieuw plan te ontwerpen, wat bij de nieuwe, economische situatie zou passen. Zo kwam in 1948 het plan Groot-Warschau (Wielka Warszawa), waarin het inwonertal verhoogd werd naar 2 miljoen, de woonruimte per persoon verlaagd werd, groenzones gereduceerd werden en het verkeer boven de Skarpa gesteld werd. Het stadsbeeld leek sterk op dat uit de voorgaande periode, maar nu zou het stadsbeeld gerealiseerd worden met behulp van modernistische en moderne middelen. De stad zou opengelegd worden, een groot infrastructuurnetwerk krijgen en industrie- en woonwijken van elkaar scheiden en met elkaar verbinden.

Ideeëngoed uit jaren dertig niet verloren

Helaas voor het BOS werden alle plannen van tafel geveegd door een staatscommissie in 1949, die ingesteld is door de op Moskou georiënteerde Poolse Arbeiderspartij (PPR). Een Zesjarenplan (1949-1955) werd ingesteld, met als kernpunten enerzijds reconstructie van de Stare Miasto en de 'Royal Route' en anderzijds herontwikkeling van de stad. Er werd een modernisatieproces in werking gesteld en de geschiedenis werd geherdefinieerd. Dat betekende dat alle architectuur vóór 1850 niet gereconstrueerd mocht worden, met uitzondering van enkele gebouwen na goede argumentatie dat het voor de toekomst belangrijk is (zoals het Koninklijk Kasteel). Dit stadsbeeld heeft meerdere grote overeenkomsten met het stadsbeeld van het BOS; de stad moest opengelegd en gemoderniseerd worden. Het verschil met het BOS was de socialistische aanpak in het Zesjarenplan: wooncomplexen werden een sociale mix en het angstaanjagende Cultuurpaleis moest de inwoners van Warschau continu herinneren aan de aanwezigheid van de Sovjets. Het ideeëngoed uit de jaren dertig is dus zelfs nog terug te vinden in het stadsbeeld van de periode van de wederopbouw onder de Sovjets. Ook al werden de plannen van het BOS van tafel geveegd, het ideeëngoed is niet verloren geraakt.

Gebruikte bronnen:

 

  1. I. Abrams en R. Franca Vigfia, 'Urban Planning in Poland Today', Journal of the American Institute of Planners 41:4 (1975) 261.
  2. B. Klain, 'Warschau 1947: Plan voor de Wederopbouw' in: Bosma, Koos en Hellinga, Helma, 'De regie van de stad II: Noord-Europese stedebouw 1900-200' (Rotterdam 1997) 274.
  3. B. Klain, 'Warschau 1947: Plan voor de Wederopbouw' 274.
  4. Ibidem 274-276.
  5. Ibidem 274-276.
  6. N. Gutschow en B. Klain, Vernichtung und Utopie: Stadtplanung Warschau 1939-1945 (Hamburg 1994) 144.
  7. Ibidem 147.
  8. B. Klain, 'Warschau 1947: Plan voor de Wederopbouw' 276.
  9. N. Gutschow, Vernichtung und Utopie 139.
  10. B. Klain, 'Warschau 1947: Plan voor de Wederopbouw' 274 ; N. Gutschow en B. Klain, Vernichtung und Utopie 139.
  11. E. Klekot, 'Constructing a 'monument of national history and culture' in Poland: the case of the Royal Castle in Warsaw', International Journal of Heritage Studies 18:5 (2012) 461.
  12. I. Abrams, 'Urban Planning in Poland Today' 265.
  13. Ibidem 263.
  14. B. Klain, 'Warschau 1947: Plan voor de Wederopbouw' 276.
  15. N. Gutschow, Vernichtung und Utopie 144.
  16. N. Gutschow, Vernichtung und Utopie 142.
  17. B. Klain, 'Warschau 1947: Plan voor de Wederopbouw' 278-280.
  18. B. Klain, 'Warschau 1947: Plan voor de Wederopbouw' 280.
  19. E. Klekot, 'Constructing a 'monument of national history and culture' in Poland' 464.
  20. Ibidem.
  21. I. Abrams, 'Urban Planning in Poland Today' 268.
  22. Ibidem 264.
  23. E. Klekot, 'Constructing a 'monument of national history and culture' in Poland' 464.
  24. E. Klekot, 'Constructing a 'monument of national history and culture' in Poland' 467-477.
  25. Dorrian, M., 'Falling upon Warsaw: the shadow of the Palace of Culture', The Journal of Architecture 15:1 (2010) 90-91.
  26. Ibidem 92.
  27. Ibidem 90.