fbpx

Wojciech Weiss (1875-1950)

De tentoonstelling in het Haagse Gemeentemuseum laat een nagenoeg compleet beeld zien van het oeuvre van Wojciech Weiss. De periode die door de kunstkenners als de meest interessante in Weiss z’n oeuvre wordt beschouwd en het vaakst beschreven is de wisseling van de negentiende en de twintigste eeuw, in de Poolse kunst aangeduid met de term Jong Polen en deze periode is goed vertegenwoordigd in de tentoonstelling.

Over Wojciech Weiss

Wojciech Weiss wordt geboren in 1875 in het Roemeense plaatsje Leorda. In 1890 verhuist hij met zijn ouders naar Płaszów, een voorstadje van Krakau. Twee jaar later, in 1892, wordt hij toegelaten tot de School voor de Schone Kunsten in Kraków. In het daaropvolgende jaar overlijdt de rector van de academie, Jan Matejko, die zich vooral richtte op historieschilderkunst, dat wil zeggen op thema’s uit de Poolse geschiedenis.

Naar buiten

De nieuwe rector, Julian Fałat, vervangt het oude professorenkader en neemt opleiding op de schop. De studenten beginnen buiten te werken, op locatie. Zo wordt de academie een broeiplaats van jonge talenten geïnteresseerd in nieuwe kunstvormen – hier komt de term Jong Polen vandaan. Verschillende stromingen worden met elkaar vermengd: symbolisme, expressionisme en art nouveau. Poolse kunstenaars beheersen dezelfde kunsttaal als hun Weense jugendstil-collega’s of de Belgische of Nederlandse vertegenwoordigers van art nouveau. Ook het werk van Weiss sluit uitstekend aan bij de ontwikkelingen in de Europese kunst.

Typisch Pools

Waardoor de Poolse kunst zich in deze periode wel onderscheidt, zijn de typisch Poolse elementen. De nationaal-historische pathos van Jan Matejko maakt plaats voor fascinatie met folklore (met name het Krakau omringende platteland en uit de Tatragebergte): onderwerpen uit de volkscultuur, dorpsleven nauw verbonden met natuur, volksgebruiken en volksdracht en de simpele volkse religiositeit waarin heidense en christelijke gebruiken met elkaar versmelten.

Wojciech Weiss voltooit de kunstopleiding met een gouden medaille in 1898. Dat jaar is voor zijn werk van groot belang. In de artistieke kring vinden taalrijke gebeurtenissen plaats die de jonge kunstenaar zullen beïnvloeden en zijn gevoeligheid als kunstenaar bepalen en ook de artistieke weg die hij in zal slaan.

Eén van deze gebeurtenissen is zonder twijfel de komst van Stanisław Przybyszewski naar Krakau. Przybyszewski werd voorafgegaan door zijn roem als schrijver, dramaturg en filosoof. In zijn werken, vooral in zijn manifest getiteld “Confiteor”, schetste hij een onheilspellende visie op de wereld en benadrukte het individualisme van de kunstenaar. Hij was tevens niet dwars van decadentie en schandalen. Om zich heen verzamelde hij een groep studenten en jonge kunstenaars die zijn manier van leven aanhingen: fatale liefdes, dronkenmansexcessen, emfatische verklaringen van geloofsverlies in de zin van het leven en van de kunst. Zij stonden aan de wieg van de legende over de artistieke bohème van Krakau wiens artistieke leven zich in de cafés afspeelde.

Weiss lijkt aan dit eeuwige carnaval geen deel te nemen. Hij begint samenwerking met het tijdschrift „Życie” (Leven) waar Przybyszewski de functie van hoofdredacteur vervult en waar teksten over Scandinavische kunstenaars zoals Edward Munch of Gustav Vigeland worden gepubliceerd. Dankzij hem maakt Weiss ook kennis met de werken van Francisco Goia of Felicien Rops.

Weiss’ fascinatie voor het expressionisme van Munch komt vooral tot uitdrukking in het schilderij “Opętanie” (Obsessie) uit 1899. Het schilderij toont de symbolische aankomst van Przybyszewski in Krakau en zijn ontvoering door de aanhangers van zijn filosofie. Ook twee andere doeken uit dezelfde periode die op de tentoonstelling te zien zijn, “Pocałunek na trawie” (Kus op het gras) en “Promienny zachód” (Stralende zonsondergang), ontstaan onder invloed van deze Noorse artiest. Rijke, intensieve kleur als het belangrijkste middel om emotie te uiten, grote, vlakke kleurvlakken en versimpelde vormen zichtbaar op de doeken van Weiss horen tot het artistieke repertoire van Munch.

De rol van fotografie

Aan het einde van de jaren negentig ontdekt Weiss de techniek van fotografie en raakt gefascineerd door gebruiks- én kunstfotografie. De ontdekking en verspreiding van fotografie in de tweede helft van de negentiende eeuw had een enorme invloed uitgeoefend op de ontwikkeling van de kunst.

Kunstenaars gebruikten foto’s als voorstudie voor hun werken. Impressionisten maakten foto’s om ‘het moment’ vast te leggen en het later met olieverf op doek uit te werken. Men moet niet vergeten dat olieverftechniek niet geschikt was om een snelle, impressionistische schets uit de natuur te maken – daarvoor droogt olieverf te lang. Ook al heeft het verschijnen van kant en klare olieverf in tubes het schilderproces aanzienlijk versneld, het was nog niet mogelijk om een schilderij op locatie te maken.

Interessant is dat de kunstenaars in die tijd juist gebruik maakten van de onvolkomenheden van de fototechniek van toen zoals de toevalligheid van de opnames of een afgesneden kader. Ze kopieerden dit op doek wat zeer vernieuwende effecten genereerde en de werkelijkheid vanuit een volstrekt nieuw en – vaak − ook toevallig perspectief toonde.

De tentoonstelling stelt ons in staat – iets wat heel zelden gebeurt − om het ontstaansproces van een kunstwerk te volgen van foto tot schilderij. We zien twee bewaard gebleven foto’s van naakte jongens, de op basis daarvan met olieverf gemaakte voorstudies en, uiteindelijk, het schilderij “Maki” (Klaprozen) uit 1902.

Studiefoto Wojciech Weiss

Foto's

Wojciech Weiss

Studie

Wojciech Weiss en de Wiener Secession

Wojciech Weiss was eén van de tien Poolse leden van de vereniging Wiener Secession, een kunstenaarsvereniging opgericht in 1897. Ook was Weiss geabonneerd op het tijdschrift “Ver Sacrum” uitgegeven door de vereniging vanaf 1898. Talrijke thema’s en motieven in de werken van Weiss uit de tweede helft van de jaren negentig worden geïnspireerd door artikelen uit dit tijdschrift zoals voorjaarsmotief dat in het schilderij “Maki” (Papaver) gesymboliseerd wordt door jongens tussen ontluikende bloemen.

Wojciech Weiss, Gustav Klimt en Egon Schiele

Als lid van Wiener Secession stelt Weiss zijn schilderijen tentoon samen met Klimt en Toorop. Vandaag, bijna 100 jaar later, biedt het Gemeentemuseum ons een bijzondere kans om werken van alle drie deze kunstenaars met elkaar te vergelijken. Behalve de monografie van Wojciech Weiss presenteert het Haagse Gemeentemuseum zeer interessante overzichtstentoonstelling van Jan Toorop die dezelfde artistieke weg lijkt te hebben ingeslagen als Wojciech Weiss en ook werken van Gustav Klimt en Egon Schiele.

Wojciech Weiss in de jaren na de Tweede Wereldoorlog

In de tentoontstelling ontbreken slechts de jaren na de Tweede Wereldoorlog toen de artiest schilderijen ging maken die ideologisch verbonden waren aan het nieuwe politieke systeem in Polen − het socialisme. Het bekendste naoorlogse schilderij van Wojciech Weiss is “Manifest” uit 1950. Al wordt het doek nu niet getoond, het Nederlandse publiek kon het in 2012 bekijken in het kader van de tentoonstelling “Tegenpolen” in het Museum voor Moderne Kunst in Arnhem.

Binnenkort plaatsen we nog een tweede artikel over de schilder. Deze artikelen zijn geschreven door kunsthistorica Katarzyna Wesołowska en vertaald door Iwona Mączka.

Voor het gebruik van de afbeeldingen van de schilderijen hebben we toestemming van het Gemeentemuseum. De foto's zijn uit het boek dat bij de tentoonstelling verscheen.

Reacties zijn gesloten.