fbpx

In gesprek met Charlotte Pothuizen, vertaalster van De koning van Szczepan Twardoch

In gesprek met Charlotte Pothuizen, vertaalster van De koning van Szczepan Twardoch

Onlangs verscheen bij uitgeverij Nieuw Amsterdam De koning, een roman van de Poolse schrijver Szczepan Twardoch. We spraken met Charlotte Pothuizen, de vertaalster van het boek in het Nederlands.

De koning speelt in de jaren dertig in Warschau. Jakub Shapiro, een jonge, getalenteerde bokser uit de jodenbuurt, wordt de vertrouweling van Kaplica, de Godfather van de stad. Het nationaal-socialisme is in opkomst, aanhangers beramen een machtsgreep tegen de Poolse regering en schuiven Kaplica een politieke moord in de schoenen. Wanneer die wordt opgepakt breekt er een regelrechte oorlog uit in de onderwereld. Shapiro neemt het heft in handen, begint een fatale affaire met de dochter van de officier van justitie en moet tegelijkertijd zijn vrouw en kinderen tegen toenemende jodenhaat beschermen.

De koning is een spectaculaire, filmische roman over de opkomst van een onweerstaanbare criminele held, te midden van chaos en geweld, glamoureuze hoeren en charismatische gangsters. (tekst uitgever)

Charlotte, je hebt het boek uit het Pools vertaald. Wat maakt het boek interessant voor de Nederlandse lezers?

Charlotte (foto: Nicolas Griengl)

Er zit van alles in, ik denk dat het veel verschillende mensen zal aanspreken. Het is een soort literaire Tarantino, boordevol verwijzingen naar andere literatuur en films, maar ook een historische en misdaadroman: Twardoch heeft zich duidelijk verdiept in de Warschause onderwereld tijdens het interbellum. Naast een goed misdaadverhaal vol charismatische personages en geweld lees je over het Warschau vlak voor het uitbarsten van de Tweede Wereldoorlog, hoe verdeeld de maatschappij was, hoe christelijke en joodse Polen elkaar zagen en met elkaar omgingen, hoe de sfeer in die tijd was en hoe de Poolse politiek toen in elkaar stak.

En Twardoch? Wie is hij? Wat maakt hem als schrijver bijzonder?

Twardoch is Sileziër. Zijn etnische en culturele achtergrond lijkt grote invloed te hebben op zijn werk; in zijn boeken komen vaak minderheden en identiteitskwesties terug. In De koning bijvoorbeeld Joden, in Morfine is de hoofdpersoon een Poolse Duitser en in Drach spelen Sileziërs de hoofdrol. In het vervolg op De koning, Królestwo ofwel Het koninkrijk komen ook weer Joden, Duitsers en Sileziërs voor met hun gelaagde geschiedenis en ingewikkelde wederzijdse relaties. Zijn romans worden gekenmerkt door ingenieuze constructies en spelen zich meestal af in het verleden, maar zetten je aan het denken over het heden.

Met welke, voor Nederlanders, bekende auteur, kun je hem vergelijken?

Twardoch is heel veelzijdig en ik vind hem lastig te definiëren, maar in De koning kun je parallellen vinden met bijvoorbeeld Raymond Chandler, een van de vaders van het hard-boiled-detectivegenre dat gekenmerkt wordt door expliciete erotiek, geweld, stedelijke setting en gebruik van omgangstaal. Ook met Mario Puzo, de auteur van The Godfather waarop Francis Ford Coppola zijn filmtrilogie baseerde, en de hedendaagse Michael Chabon, Yasmina Khadra en Marlon James.

Ik vind de roman heel beeldend geschreven, dat lees je ook in recensies (zoals op goodreadsen hoor je van mensen die het boek kennen. „Het is alsof je een film zit te kijken, je ziet de scènes zo voor je”, heb ik me laatst laten vertellen. Dit is een grote troef van De koning die de Nederlandse lezer, net als de Poolse, met zekerheid zal waarderen.

Ja, het doet denken aan een Warschause Martin Scorsese of Sergio Leone in boekvorm.

Hoe kwam jij in aanraking met deze roman? Heb je het boek zelf aan een uitgever voorgesteld of ben je benaderd voor de opdracht?

Een Poolse vriendin maakte me attent op het bestaan van dit boek en ik vond het geweldig! Toen ik op mijn beurt de redactrice van Nieuw Amsterdam tipte, bleek de Duitse uitgever het haar al van harte te hebben aanbevolen. Mijn enthousiaste e-mail heeft haar denk ik over de streep getrokken om de rechten te kopen.

Fijn om te horen dat jij als vertaler, iemand die weet wat er in een taalgebied interessant en waardevol is, soms invloed kan uitoefenen op de beslissingen van de uitgever. Hoe was het om het boek te vertalen? De roman speelt in het verleden, in de onderwereld en ook nog in een land dat voor de meeste Nederlanders niet zo goed bekend is. Ben je gestuit op bijzonderheden of moeilijkheden? Hoe heb je die opgelost?

Het was een enorme uitdaging! Het Jiddisj, de dieventaal, het Warschause dialect, de vooroorlogse politieke organisaties en cafés... Voor het Jiddisj, de beschrijvingen van wapens en auto’s, de boksscènes heb ik de hulp ingeroepen van kenners, maar verder ben ik er (hoop ik) uitgekomen met heel veel zoeken, puzzelen en het lezen van literatuur van voor de oorlog of met vergelijkbare thematiek. Ik was op een gegeven moment zelfs zo met het boek bezig dat ik ervan droomde en in mijn slaap de boksring in moest, terwijl ik nooit aan vechtsporten heb gedaan...

Wat is je motivatie om dit werk te doen? Het is een eenzaam beroep, niet bepaald goed betaald.

Literair vertalen was een langgekoesterde droom; het is fantastisch om een brug te kunnen slaan tussen de twee culturen die me na zijn. Ook vind ik het heerlijk om me helemaal te kunnen onderdompelen in de wereld van de auteur. Je moet inderdaad wel tegen het alleen-zijn kunnen. Het zit me soms wel dwars dat ik met niemand kan sparren over vertaalkeuzes en daarom heb ik besloten om af en toe met een collega te vertalen.

Hoe meer tijd ik voor een vertaling krijg, hoe beter die wordt, dus ik doe er het liefst zo lang mogelijk over. Gelukkig verstrekt het Letterenfonds beurzen voor literaire vertalingen, anders zou ik er niet van kunnen leven.

Hoe ben je vertaler geworden?

Tijdens mijn studie Pools en muziekwetenschap ben ik met een Erasmusbeurs naar Warschau gegaan en heb daar drie jaar gestudeerd. Na mijn afstuderen ben ik er blijven hangen en kwam via via bij een vertaalbureau terecht, waarna ik jaren commercieel heb vertaald. Een paar jaar geleden heb ik deelgenomen aan een cursus literair vertalen van de Vertalersvakschool, onder leiding van Karol Lesman. Uitgeverij Nieuw Amsterdam wilde De misdaad en het zwijgen van Anna Bikont snel vertaald hebben en toen heeft Karol twee andere vertalers uit ons ‘klasje’ en mij voorgesteld het boek samen te vertalen. En dat bracht het balletje aan het rollen.

Waar komt je interesse voor Pools vandaan? Het ligt niet direct voor de hand.

Op de een of andere manier heeft Oost-Europa altijd een grote aantrekkingskracht op me gehad, het leek me spannender dan ons overgeorganiseerde Westen. Ook had ik als tiener veel belangstelling voor de Holocaust en Joodse cultuur, ik las de boeken van Hanna Krall. Polen is een fascinerend land met een rijke geschiedenis, vol tegenstrijdigheden en volop in ontwikkeling. De beste manier om een land en zijn cultuur te leren kennen is door de taal goed te spreken, dus ben ik Pools gaan studeren.

Wat heeft de Poolse literatuur te bieden aan de Nederlandse lezer (behalve een aantal Nobelprijswinnaars)?

Het is al vaker genoemd door andere vertalers: literaire reportage, de Poolse specialiteit. Verhalen waar geen woord van verzonnen is, maar die je leest als een roman. De Nederlandse lezer kent Kapuściński en Hanna Krall, van wie Hartenheer binnenkort bij De Geus verschijnt in de vertaling van Karol Lesman. Van hun jongere collega’s, zoals Lidia Ostałowska, Mariusz Szczygieł, Jacek Hugo-Bader en Wojciech Tochman is helaas maar heel weinig of nog niets in het Nederlands vertaald. Uitzondering is Witold Szabłowski, van wie onlangs meerdere boeken zijn vertaald door Goverdien Hauth-Grubben en Gijs Franssen.

Sommige Poolse reportageauteurs houden zich zelfs met Nederlandse onderwerpen bezig. Zo heb je vorig jaar het boek van Kamil Bałuk in het Nederlands vertaald, Alle kinderen van Louis. Een zoektocht naar afkomst, over de tientallen kinderen van één spermadonor die jarenlang bij de omstreden spermabank in Barendrecht heeft mogen doneren.

Klopt. Kamil is nu bezig met een bundel reportages over Nederland, die waarschijnlijk volgend jaar uitkomt. Ik ben heel benieuwd.

Waar ben je op dit moment mee bezig?

Jaag je ploeg over de botten van de doden, een roman van Nobelprijswinnares Olga Tokarczuk, samen met Dirk Zijlstra. Het boek komt in het voorjaar uit bij uitgeverij De Geus.

Waar kunnen we nog verder naar uitkijken? Het vervolg van De koning wellicht?

Als De koning goed ontvangen wordt, hoop ik dat ik Het koninkrijk, het vervolg op De koning, mag vertalen. Andere boeken van Twardoch zijn ook zeer de moeite waard en een succes in Duitsland en Frankrijk, wie weet.

Review in Trouw

Kenner van de Poolse literatuur Gerdien Verschoor schreef een recensie voor Trouw van het boek: "Meeslepende roman over de machocultuur in de vooroorlogse Poolse onderwereld". En over de vragen waar ze mee blijft zitten na het lezen van het boek: " Of gaan we daarover lezen in het vervolg op ‘De koning’, (‘Het Koninkrijk’) dat inmiddels in Polen is verschenen en dat Charlotte Pothuizen maar snel net zo prachtig moet vertalen?"

Reacties zijn gesloten.