Opstand getto van Warschau in 1943 – “Er was geen hoop”

Opstand getto van Warschau in 1943 - "Er was geen hoop"

Op 19 april 1943 wilden de Duitse bezetters de laatste overgebleven joden afvoeren naar de vernietigingskampen. In een eerdere poging op 18 januari waren ze daarbij op verzet gestuit en hadden ze de ontruiming moeten staken. In de drie daarop volgende maanden bereidden de Joden zich voor door gevechtsposities en schuilplaatsen te bouwen. Dan op 19 april was het zo ver, de Duitsers trokken het getto binnen. Blok voor blok werd gezuiverd en de gebouwen vernietigd. Zo'n 7000 strijders werden gedood en de bevolking, zo'n 50.000, afgevoerd. Hoewel serieuze weerstand slecht een paar dagen duurde eindigde de strijd pas op 16 mei. De eeuwenlange Joodse aanwezigheid in de stad was daarmee nagenoeg uitgewist.

De film van Polin bij dit artikel vertelt het verhaal van deze opstand middels historische beelden, historische interviews met overlevenden en animaties.

Warschau: grootste Joodse gemeenschap in Europa

Voor de oorlog kende Polen een grote Joodse gemeenschap. In Warschau zelf woonde de grootste Joodse gemeenschap in Europa. Alleen de Joodse gemeenschap in New York was op dat moment groter.

Toen de Duitsers Polen bezetten in 1939 volgden al snel maatregelen tegen de Joodse gemeenschap in Polen wat leidde tot het samenbrengen in getto's in de verschillende Poolse steden. Van hieruit werden de Joden systematisch afgevoerd naar de verschillende vernietigingskampen. In 1942 maakte een Duitse soldaat enkele bijzondere foto's van Warschau, het getto en de omgeving.

In het getto van Warschau zaten maar dan 400.000 mensen op iets meer dan vier vierkante kilometer. De zeer beperkte een rantsoenen van 400 kcal per dag en slechte sanitaire omstandigheden zorgden voor veel slachtoffers in het getto.

In 1942 begonnen de Duitsers met de ontruiming van het getto. In een periode van een paar maanden, juli tot en met september, voerden de Duitsers zo'n 300.000 Joden af naar vernietigingskamp Treblinka.

De opstand

Op 18 januari 1943 wilden de Duitsers het aantal inwoners van het getto verder verlagen in opdracht van Heinrich Himmler. Tegen die tijd was bij de joden bekend dat de treinreis niet naar een werkkamp voerde maar naar een gewisse dood in de gaskamer. Daarbij stuitten ze voor het eerst op weerstand. Onder andere van en verzetsorganisatie van vooral jongere Joden, de Żydowska Organizacja Bojowa of ŻOB ("Joodse gevechtsorganisatie"). Hoewel zo'n 5.000 Joden werden gedeporteerd staakten de Duitsers verder deportaties. Dit werd door de bewoners en het verzet gezien als aan overwinning.

Dan op 19 april startten de Duitsers met de daadwerkelijke de liquidatie van het getto door de laatste 50.000 bewoners af te voeren. Een opstand, geleid door ŻOB leidde tot een strijd waarna de Duitser het getto blok voor blok ontruimen en vernietigen. 19 april is Pesach en kort voor het christelijke Pasen (dat in 1943 valt op zondag 25 april). De datum was ingegeven als verjaardagscadeau voor Hitler (20 april).

Hoewel de heftigste strijd na een paar dagen was gestrede, kostte het de Duitsers uiteindelijk bijna een maand voordat het volledige getto was vernietigd en de laatste joden dood of afgevoerd waren.

In de film komen enkele van de weinige overlevende aan het woord waaronder waarschijnlijk de bekendste Marek Edelman.

Herinnering

De film sluit af met een aantal van de zichtbare herinneringen in het Warschau van vandaag. Dit zijn allemaal later opgerichte monumenten omdat het getto zelf, net zoals veel van de rest van de stad na de opstand van 1944, met de grond gelijk is gemaakt door de Duitsers.

Het meest bekende monument is waarschijnlijk het pomnik Bohaterów Getta of helden van het getto monument. Het was hier dat toenmalig bondskanselier van Duitsland Willy Brandt in 1970 zijn beroemde knieval maakte.

Tegenover dit monument verrees later het Polin museum. Een prachtig vormgegeven museum over de eeuwenlange geschiedenis van Joden in Polen. Het museum is zeker een aanrader bij een bezoek aan Warschau vooral omdat dan duidelijk wordt dat het gezamenlijke verleden van Joden en Polen zoveel meer is dan alleen die zware herinnering aan de jaren voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog.

Gele narcissen

Sinds een aantal jaar vormt de gele narcis het symbool van deze opstand. Een van de overlevers, Marek Edelman, gebruikte deze bloem als eerbetoon bij de herdenkingen. Op onderstaande foto zien we hem met zijn narcis staan bij het monument op de 'Umschalgplatz', de plek waar de inwoners van et getto op de trein werden gezet naar de vernietigingskampen.

Edelman in april 2009 (wikimedia commons)

Sinds de dood van Edelman in 2009 is de narcis het algemene symbool geworden als herinnering aan de slachtoffers van de opstand.

Interesse in meer interviews met overlevenden? Bekijk onderstaande film.

Reacties zijn gesloten.