fbpx

Edmund Lewandowski: Poolse bevrijder wordt gastheer voor Nederlandse kinderen

Ter voorbereiding op onze lezing over 'Bevrijders aan het werk' komen verschillende biografien van bevrijders boven borrelen. Nu dit weekend de bevrijding van Breda herdacht wordt een mooi moment van een van hen het verhaal te publiceren. Het verhaal van Edmund Lewandowski die als huismeester van een vakantie-kinderhuis in Ulvenhout gastheer is van Nederlandse kinderen.

Polen

Edmund Lewandowski wordt geboren op 29 september 1920 te Młyniec in Polen, een dorpje vlakbij Toruń. Hij groeit daar op een boerderijtje aan de rand van het bos op. Hij gaat in dienst bij het 63e Toruń Infanterie
Regiment. In augustus 1939 volgt mobilisatie vanwege de dreiging uit Duitsland.

Op 1 september 1939 valt Duitsland Polen binnen. Edmund wordt op de trein gezet om Warschau te verdedigen. Onderweg worden ze meerdere malen vanuit de lucht aangevallen. Het laatste stuk naar de hoofdstad moeten ze lopen. In de dagen die volgen proberen ze de stad te verdedigen. Op zijn 19e verjaardag wordt hij gevangen genomen.

In de dagen en weken die volgen moet hij samen met duizenden andere Poolse soldaten van kamp naar kamp marcheren onder erbarmelijke omstandigheden. Wanneer ze door de SS in veewagons worden geladen en op transport worden gezet weet hij samen met een vriend te ontsnappen.

De lange weg naar het VK

Via omzwervingen komt hij uiteindelijk in Zuid-Frankrijk terecht, in de buurt van Biarritz. Sterk vermagerd komt hij daar weer op krachten en via verdere omzwervingen belandt hij in Tunesië en vervolgens in Algerije. In Algerije stapt hij op de boot om naar Liverpool te gaan. In de Straat van Gibraltar wordt het schip getorpedeerd en zinkt. Ongeschonden stapt hij op een andere boot om naar Engeland te gaan. De reis zal 6 weken duren en gedurende die 6 weken is hij constant zeeziek.

Na aankomst in Liverpool gaat hij door naar Edinburgh waar hij herstelt. Hij sluit zich aan bij de 1e Poolse Pantserdivisie (opgericht in Schotland in februari 1942 door Generaal Maczek) en komt terecht bij het verkenningsregiment 10 Pułk Strzelców Konnych, ofwel 10 PSK. Dit verkenningsregiment is van origine een cavalerie
regiment en de Nederlandse vertaling is dan ook 10e Regiment Jagers te Paard. Van 1942 tot aan 1944 verblijven ze in Schotland en het regiment krijgt Cromwell tanks. Vanuit Schotland vertrekken ze in 1944 via York, Aldershot naar Londen waar ze worden ingescheept.

De strijd voor onze vrijheid

Op 31 juli 1944 zet hij voet aan land bij Courseulles-sur-Mer met zijn squadron. Hij bediende het kanon in een tank die behoorde bij het HQ-peloton van het 3e Squadron (of eskadron). Van 8 augustus 1944 tot 22 augustus 1944 nam hij deel aan de gevechten bij de slag om Falaise. Gedurende deze periode verloor het regiment 102 man (40 gesneuveld, 62 gewonden). Daarna volgde de snelle opmars door Normandië richting België. Op 31 augustus 1944 vertrokken ze via Bernay, Rouen, Abbeville naar Saint-Omer en op 6 september trokken ze in de buurt van Westouter de Belgische grens over. Vanuit daar ging het via Ieper, Passendale, Roeselare, Tielt naar Gent.

Van 16 september tot 21 september nam hij deel met zijn regiment aan de bevrijding van Zeeuws-Vlaanderen. De Polen zuiveren het gebied van Terneuzen tot aan Hulst van Duitsers. De gevechten waren zwaar en de 1e Poolse Pantserdivisie verloor veel manschappen. Na een korte rustpauze trokken ze verder via Antwerpen, Merksplas en op 2 oktober trokken ze de Nederlandse grens over bij Baarle-Nassau. Door zware Duitse tegenstand en tekorten door eerdere gevechten in België en Zeeuws-Vlaanderen kwam het front gedurende 3 weken tot stiltand. Op 27 oktober kwam alles weer op gang en binnen een dag waren ze net buiten Breda, de bevrijding vond de andere dag plaats. Van 30 oktober tot 9 november was de divisie verwikkeld in zware gevechten met de laatste Duitsers die Moerdijk verdedigden, dit was namelijk de laatste mogelijkheid die de Duitsers hadden om Noord-Brabant via de Moerdijkbrug te verlaten.

Liefde in Ulvenhout

Op 9 november komt het regiment in Ulvenhout aan waar ze verblijven tot 20 december. Hier ontmoet Edmund zijn toekomstige vrouw, Toos Mertens. Op 28 december volgt een promotie en wordt hij tankcommandant. Samen met zijn tankbemanning vertrekt hij op 8 april 1945 vanuit Teteringen richting het noorden van Nederland. In rap tempo bevrijden ze dorpen en steden in Drenthe en Groningen waaronder Ter Apel, Stadskanaal en Veendam. Daarna steken ze de Duitse grens over en gaan richting Haren. In de laatste 3 weken van de oorlog wordt nog hard gevochten. Zelf de laatste dagen zijner verliezen te betreuren. Op 5 mei 1945 eindigt de oorlog voor Edmund in de buurt van Halsbek; ongeveer 30km ten zuiden van Wilhelmshaven.

Vanaf dat moment breekt een nieuwe periode aan. De 1e Poolse Pantserdivisie wordt een bezettingsmacht in Nedersaksen en krijgt een gebied van dat zich uitstrekt van Aurich in het noorden tot Bad Bentheim in het zuiden, de grens met Nederland in het westen en Vechta in het oosten. Gedurende deze periode trouwt hij met zijn vrouw Toos. Op 30 november 1945 wordt hun enige dochter Marianne geboren. Gedurende de tijd in Duitsland wordt hij klaargemaakt voor een leven buiten het leger, taalles en andere vakken krijgt hij naast de standaard taken die
hij moet vervullen als soldaat. Het regiment verhuist een paar keer van plaats en zo is hij o.a. in Meppen, Tinnen en Aurich. Wanneer hij verlof heeft reist hij vanuit deze plaatsen naar Ulvenhout. Een enkele reis duurt al snel 2 dagen.

Edmund wordt burger

De 1e Poolse Pantserdivisie wordt in 1947 ontbonden en op 18 april 1947 is Edmund officieel ontslagen uit militaire dienst. Hij gaat naar Ulvenhout waar hij een nieuw leven op zal gaan bouwen. Terug naar Polen is voor hem geen optie. De communisten hebben de macht en zij beschouwen veel soldaten van de 1e Poolse Pantserdivisie als vijanden omdat ze voor het Westen hebben gevochten. Degene die toch teruggaan naar Polen lopen het risico op arrestatie en en zelfs ëxecutie.

27 mei 1947 is zijn eerste werkdag bij metaaldraadgloeilampenfabriek N.V. Volt in Tilburg, hij werkt daar tot 8 maart 1952. In de tussentijd vind de op 10 augustus 1951 de naturalisatie plaats. Op 10 maart 1952 begint hij als huismeester bij het Vakantie-kinderhuis “Rotterdam” aan de Geersbroekseweg 4 in Ulvenhout. Samen met zijn vrouw beheren ze het vakantiehuis, Toos verzorgt samen met 2 meisjes (huishoudelijke hulp) het huishouden en wat daarbij komt
kijken. Edmund verzorgt het programma met de kinderen. In de jaren die volgden werden er varkens, konijnen, kalkoenen, kippen, katten, honden, eenden, geiten en bijen gehouden.

Terug naar Polen

In 1959 gaan de grenzen met Polen open en gaat hij voor het eerst, samen met zijn gezin, sinds lange tijd weer terug naar Polen. Het is winter en door de vele sneeuw die er ligt duurt de reis 3 dagen. Tot aan juni 1978 beheren ze samen het vakantie-kinderhuis in Ulvenhout. Op 12 juni 1978 wordt Edmund beheerder van De Ginkel. Toos blijft in Ulvenhout en beheert het vakantiekinderhuis. Het werken met kinderen en het veel in de natuur zijn geeft hem veel voldoening.
Hij blijft dit doen tot aan zijn pensioen op 29-09-1985 en hij gaat terug naar Ulvenhout.

Rusten bij zijn strijdmakkers

Wanneer ook zijn vrouw Toos met pensioen mag verhuizen ze op 21-12-1985 naar een huurhuis aan de Arenberglaan in Breda. Hier blijven ze maar kort wonen, op 22-07-1986 verhuizen ze naar een groter huis in Bavel. Hier wonen ze met veel plezier totdat hij in 1999 een herseninfarct krijgt. Ze verhuizen voor een laatste keer, deze keer naar een
aanleunwoning bij verzorgingshuis de Donk in Ulvenhout. Door het herseninfarct heeft hij bij veel dingen hulp nodig, dit heeft effect op zijn doorzettingsvermogen en levenslust. Hij was altijd erg actief en in voor een geintje, dit werd minder maar desondanks alles was hij altijd keurig gekleed en verzorgd. Op 29-10-2002 overlijdt hij na een kort ziekbed in Breda, op 23-03-2010 overlijdt ook Toos. Ze zijn samen begraven in het Ginneken op de begraafplaats
aan de Vogelenzanglaan, vlakbij het ereveld waar de soldaten van de 1e Poolse Pantserdivisie begraven liggen.

De materialen voor deze biografie ontvingen we via de Vereniging 1ste Poolse pantserdivisie België.

Reacties zijn gesloten.